De totstandkoming van de welzijnswet: Een revolutie in het Belgische preventielandschap (deel 2)
De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, bij het brede publiek bekend als de ‘Welzijnswet’, vierde op het ogenblik van het samenstellen van deze uitgave zijn vijfentwintigjarig bestaan. Die wet is een belangrijke mijlpaal gebleken in de aanpak van de veiligheid en de gezondheid in ondernemingen. Prebes vond het daarom zinvol om deze verjaardag in de verf te zetten.
Het eerste deel van deze minireeks over het zilveren jubileum van de Welzijnswet belichtte kort de moeilijkheden die ons land ondervond om de Kaderrichtlijn tijdig over te brengen in ons toenmalige reglementaire bestek (zie Veiligheidsnieuws 213). Daarnaast gaven we een oplijsting van de veranderingen die de Welzijnswet aanbracht in ons Belgische concept van preventie.
Met dit laatste gaan we nu verder, en we sluiten af met een korte beschouwing op hoe we het beter hadden kunnen doen. Ter herinnering: in het eerste deel betoogden we al dat deze Welzijnswet als grote verdienste had dat ze een degelijke omschrijving gaf van het begrip ‘Welzijn op het Werk’ (en op die manier burgerrecht gaf aan de destijds minder bewandelde paden van ergonomie, arbeidshygiëne en psychosociale aspecten van de arbeid).
